2426. Klazina Adriana BREEDIJK [scrapbook]-3991 (Cornelis BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 27 Nov 1891 in Waddinxveen. She died in 18 Mrt 1970 in Waddinxveen. She was buried in Waddinveen, Begraafplaats. |
Klazina married Jacobus QUALM [scrapbook]-3992, son of Abraham QUALM-4037 and Jansje NOTENBOOM-2132, on 24 Apr 1913 in Waddinxveen. Jacobus was born on 1 Jun 1881 in Benthuizen. He died on 27 Nov 1966 in Waddinveen. He was buried in Waddinveen, Begraafplaats.
|
Klazina and Jacobus had the following children.
3357 M i
Abraham QUALM [scrapbook]-7167 was born in 29 Mrt 1914 in Bleiswijk. He died on 20 Sep 1985. He was buried in Winschoten, Acacialaan.
Abraham married Maria Johanna Wilhelmina VERHOEK [scrapbook]-7168 on 22 Feb 1939 in Bleiswijk. Maria was born on 21 Feb 1913 in Hooge-en Lage Zwaluwe. She died in 5 Okt 1996. She was buried in Winschoten, Acacialaan. Marriage Notes:
Bruidegom:Abraham Qualm
Relatiesoort:Bruidegom
Geboorteplaats:Bleiswijk
Leeftijd:24
Vader bruidegom:Jacobus Qualm
Moeder bruidegom:Klazina Adriana Breedijk
Bruid:Maria Johanna Willemina Verhoek
Relatiesoort:Bruid
Geboorteplaats:Hooge-en Lage Zwaluwe
Leeftijd:26
Vader bruid:Pieter Verhoek
Moeder bruid:Johanna Spijker
Gebeurtenis:Huwelijk
Datum:woensdag 22 februari 1939
Plaats:Bleiswijk
2427. Francina BREEDIJK [scrapbook]-4107 (Cornelis BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born in 07 Mrt 1894 in Waddinxveen. She died on 19 Feb 1952 in Rotterdam. She was buried in Oorlogsbegraafplaats, Lemele.
|
Francina married Rutger STEENBRUGGEN, VAN [scrapbook]-4108, son of Antonie Jan STEENBRUGGEN, VAN-4109 and Cornelia VERMEULEN-4110, on 1 Dec 1915 in Waddinxveen. Rutger was born in 1 Mei 1892 in Rossum. He died on 4 Apr 1974 in Den Ham.
|
Francina and Rutger had the following children.
3358 F i
Cornelia Ida Christina "Corry" STEENBRUGGEN, VAN-16405 was born on 5 Jun 1916 in Waddinxveen. She died on 1 Feb 1988 in Ommen.
Beroep: Dienstmeid.
Corry married Jan Hendrik RAMERMAN-16406 on 8 Jun 1938. Jan was born in 23 Mrt 1906 in Ommen, Ambt (Archem). He died in 19 Mei 1968 in Ommen, Lemele.
Beroep: Landbouwer.3359 M ii
Antonie Jan STEENBRUGGEN, VAN [scrapbook]-14074 was born in Jan 1924 in Waddinxveen.
2429. Cornelia BREEDIJK [scrapbook]-3906 (Cornelis BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born in 16 Mei 1899 in Waddinxveen.
|
Cornelia married Hendrik BAN, VAN DER [scrapbook]-3987, son of Jan BAN, VAN DER-4113 and Neeltje KOETSIER-4114, in 19 Mei 1921 in Moordrecht. Hendrik was born on 28 Nov 1895 in Benthuizen.
|
Cornelia and Hendrik had the following children.
3360 F i
Trijntje Neeltje BAN, VAN DER [scrapbook]-14706 was born on 19 Jan 1923 in Smilde. 3361 M ii
Jan BAN, VAN DER-14707 was born in 17 Mei 1927 in Smilde. 3362 F iii
Neeltje Trijntje BAN, VAN DER [scrapbook]-14708 was born in 08 Mrt 1929 in Smilde. She died on 3 Dec 1994 in Frankrijk, Pontoise.
2430. Neeltje BREEDIJK [scrapbook]-4005 (Nicolaas BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 18 Sep 1891 in Waddinxveen. She died on 4 Feb 1975 in Marknesse.
|
Neeltje married Abraham HOOGENDOORN [scrapbook]-4006, son of Jan HOOGENDOORN-4117 and Petronella FOKKER-4118, in 31 Okt 1917 in Waddinxveen. Abraham was born on 3 Jun 1890 in Zwammerdam. He died in 28 Mrt 1967 in Marknesse.
|
Neeltje and Abraham had the following children.
3363 M i
Jan HOOGENDOORN [scrapbook]-16944 was born on 2 Jul 1919 in Zwammerdam. He died on 11 Apr 2007 in Marknesse. 3364 M ii
Nicolaas HOOGENDOORN [scrapbook]-6361 was born in 29 Okt 1921 in Zwammerdam. He died in 18 Mrt 2016 in Middenmeer.
Nicolaas married Albertha Sapke BUNING "Bertha"-16946. 3365 F iii
Living . 3366 M iv
Living
2433. Willem BREEDIJK [scrapbook]-4007 (Nicolaas BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 22 Sep 1895 in Waddinxveen. He died on 29 Dec 1969 in Capelle Aan Den IJssel. He was buried in Krimpen Aan De Lek, Begraafplaats.
|
Willem married Neeltje Cornelia LINDE, VAN DER [scrapbook]-4008, daughter of Pieter LINDE, VAN DER-4119 and Jannigje Johanna JONG, DE-4120, on 6 Nov 1919 in Krimpen aan De Lek. Neeltje was born in 29 Mrt 1897 in Krimpen Aan De Lek. She died in 4 Sep1991 in Capelle Aan Den IJssel. She was buried on 9 Sep 1991 in Krimpen Aan De Lek.
|
Willem and Neeltje had the following children.
3367 F i
Marrigje BREEDIJK [scrapbook]-4237 was born on 29 Nov 1920 in Krimpen Aan De Lek. She died on 16 Feb 2017. She was buried in Krimpen Aan De Lek, Begraafplaats Molenweg. 3368 M ii
Pieter BREEDIJK [scrapbook]-4238 was born on 14 Aug 1923 in Krimpen Aan Den IJssel. He died on 25 Sep 2008 in Capelle Aan Den IJssel. He was buried on 30 Sep 2008 in Capelle Aan Den IJssel.
Heeft deze Piet Breedijk een boek geschreven over de Capelse Polders on 1997?
Dat Capelle 'zelfs nog geen miezerig zijstraatje naar hem noemde' zat Piet Breedijk in 1997 dwars bij het schrijven van zijn boek over de Capelse polders.
Gepubliceerd op: 3 november 2015: INTERVIEW met P. BREEDIJK. Piet Breedijk heeft iets met de Capelse historie. Direct vanaf het begin van het gesprek noemt hij een veelheid aan historische gegevens. Veelal zaken die al ver voor zijn leven zijn gebeurd. Breedijk is boer geweest in Capelle op een boerderij langs de Capelseweg die tegenwoordig niet meer bestaat. Maar het voorhuis is, door de tegenwoordige eigenaar gerestaureerd, in zijn volle glorie te zien op de hoek van de Capelseweg en de 's Gravenweg. Breedijk kan schitterend vertellen over de geschiedenis van deze boerderij Veldzicht en de boerderij die er naast lag, Welgelegen. Veldzicht was naast boerenbedrijf van 35 ha. ook een heerlijkheid, een buitenplaats. Welgelegen had een woonhuis met twee theekoepels, een bos en een rozenkas. Het lag aan de hoofdwatergang van het waterschap. Mensen gingen per boot achteruit om te vissen en te vinken. Met vinken wordt hier bedoeld vogels vangen. Bij deze boerderijen worden ook de namen Van Capellen, grootgrondbezitters in Capelle en Kley, o.a. dijkgraaf van Schieland genoemd. Later is Welgelegen gekocht door een Van Vuren, die er een tuindersbedrijf begon. Net voor de tweede oorlog is het huis verbouwd om er twee tuinderwoningen van te maken. Breedijk zelf groeide op in de Krimpenerwaard en kocht de boerderij Veldzicht in 1949. Hij werkte op dat moment als landbouwvoorlichter. Het was de tijd van de schaalvergroting in de landbouw onder aanvoering van Mansholt. Breedijk hield op de boerderij alleen vee. Van de melk produceerde zijn vrouw zelf kaas. In die tijd produceerden de koeien hun melk nog vooral 's zomers. 's Wintersgaven de koeien weinig melk. In de Krimpenerwaard was er bij de fabrieken 's winters weinig belangstelling voor de melk, omdat de verwerking dan relatief duur was. In Capelle was dat anders. Daar kwamen de fabrieken 's winters de melk graag halen omdat ze dan schaars was. Om minder prijsafhankelijk te zijn produceerden de veeboeren zelf kaas. Die werd via de Coöperatieve Inkoopvereniging de Producent naar de markt in Gouda gebracht. Maar er werd ook veel kaas van huis uit direct aan klanten verkocht. Daar waren veel mensen bij uit de Krimpenerwaard met een agrarische achtergrond. Die waren van de boerderij naar de tuinders gaan werken om zondags vrij te hebben. Van daar gingen ze op de scheepswerven werken omdat ze dan ook zaterdags vrij waren. Maar die mensen waren gehecht aan hun eigen boerenkaas. Breedijk produceerde ook goornat. Het was een rest room van dewei(kaasvocht) nadat die van de kaas gescheiden was. De goornat werd door mensen met rijst tot pap gemaakt en gegeten. Kaasmaken is een nauwkeurig werk. Kaas ontstaat door de inwerking van melkzuurbacteriën. Die werden elke dag opnieuw in reincultuur zelf geproduceerd. Als je dat niet deed, ontwikkelden zich boterzuurbacteriën. Die veroorzaakten gasvorming, waardoor bolle kazen met gaten ontstonden. Die waren niet lekker. Volgens toenmalige geschriften werd de beste kaas aan de 's Gravenweg gemaakt. Dat luisterde nauw. De verwerking van de melk begon op een temperatuur van 28 graden. Er werd geroerd, gesneden en bezonken. Dan liep de temperatuur op naar 30 graden en werd er geroerd. Onder toevoeging van de bacteriën ging de temperatuur verder omhoog naar 32 graden. Als het procesfout ging moest je naar de buurman of het Zuivelconsulentschap in Gouda om een nieuwe bacteriekweek op te zetten. Die consulenten kwamen ook langs om met de boeren de receptuur te verbeteren en problemen op te lossen. De kaas werd gemaakt in het zomerhuis naast de boerderij. Daar was een welput voor water om mee te koelen en een fornuis om te verwarmen. De kazen waren ongeveer 10 pond zwaar. In het najaar werden ze wat zwaarder gemaakt om in te slaan voor de winterperiode. Die winterkaas was wit. Nu is de kaas geel omdat er in het gras/voer van de koeien meer carotine zit dan vroeger. Met de komst van ingekuild gras was het mogelijk om 's winters bij te voeren. Hierdoor gaven de koeien dan ook meer melk. Daardoor veranderden de fluctuaties in de melkprijzen. De boeren vormden eigen melkcoöperaties om de prijzen van de particuliere fabrikanten te kunnen beïnvloeden. Daar kwam de CMC uit voort, die nu onderdeel is van het zoveel grotere Campina. In 1960 begon de gemeente belangstelling te tonen voor het kopen van de grond. Er moesten immers duizenden woningen gebouwd worden. Er werd wel onderhandeld, maar er gold toen nog een prijsbeschikking landbouwgrond vanuit de oorlog. En er was een grond en pachtkamer die de overdrachten van grond controleerde. Door de prijsbeheersing was het ook moeilijk om een ander bedrijfte kopen. Breedijk is nog naar de Noordoostpolder geweest om te kijken. Er was een ballotage en hij werd gekeurd. Eigenlijk werd zijn vrouw meer beoordeeld. Het ging erom een soort superboer te worden. Breedijk is daarbij wel goedgekeurd. Maar de boeren op Voorne Putten moesten weg voor de aanleg vande havens en kregen voorrang. De gemeente Capelle wilde echter niet wachten en daarom zijn Breedijk en zijn vrouw in 1962 gestopt als boer. Er werd een grote boeldag aan huis gehouden waarbij de inventaris en de koeien werden verkocht.Er was belangstelling uit het hele land. Naast zijn veehouderschap heeft Breedijk in de ledenraad van de CMC gezeten.Zijn bekendheid dankte hij mee aan de tijd van de landbouwvoorlichting. Zo zat hij ook in het bestuur van de gecombineerde Capelse polder, waar de boeren veel problemen hadden. Door de onregelmatige vervening was er ongelijk land ontstaan. De hoger gelegen gedeelten gingen verturven en verdroogden. Er was te weinig organisch leven en de grond had kopergebrek. Er werd dan ook wel eensgezegd dat in dat gebied "Zes dagen regen nodig was en de zevende dag een donderbui". Naast al de activiteiten was Breedijk ook bestuurslid van deCoöperatieve Boerenleenbank. Eerst in Capelle en na de fusie in Rotterdam.
Van Wim van den Bremen
112 Hoogheemraadschap van Schieland (Semi-statisch Archief) 1954-1995
Inventaris Regeling van en hulpmiddelen voor de taakuitvoering
Persoonsdossiers van hoofdingelandplaatsvervangers, hoofdingelanden of hoogheemraden (gekozen bestuursleden), 1936-1997. 245 omslagen
646 Breedijk, P1965-1974
Vindplaats: Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Pieter kocht in 1952 de boerderij "Veldzicht" van de erven Van Cappellen. De broer van zijn vrouw Gerrit Kortleve boerde voor hem op deze boerderij, hij had zijn vader Teunis Kortleve opgevolgd. Teunis was er in 1933 als pachter gekomen uit Oud-Alblas. Pieter wist het achterstallig onderhoud in korte tijd weg te werken en een modern boerenbedrijf met een hoog gekwalificeerde veestapel op te bouwen.
Ook maatschappelijk heeft Pieter zijn sporen verdiend. Van 1968-1974 was hij de laatste schout van de "Gecombineerde Polders". Van de Coöperatieve Raiffeissenbank was hij eerst bestuurslid en daarna een aantal jaren voorzitter.
De plannen voor de aanleg van de wijk Middelwatering betekenden het einde voor "Veldzicht" als boerenhoeve. Op 19 april 1961 was er een boeldag en werd de agrarische geschiedenis afgesloten. Achter het voorhuis werd in twee etappes een modern gebouw voor Handelsonderneming en Garagebedrijf Breedijk gerealiseerd. Uit liefhebberij voor paarden werd op de weide achter de boerderij een prachtige geoutilleerde manege "De Schenkelshoef" gebouwd.
De boer.
Pieter Breedijk vertelt uitgebreid hoe hij in 1949 in het huwelijksbootje stapte met zijn vroegere schoolvriendinnetje Nelly Kortleve, introk bij zijn schoonmoeder en haar bedrijf voortzette. In 1952 kon hij de boerderij zelfs
kopen en dat deed hij, na lang wikken en wegen. Zeer bitter was de pil die hij in 1961 moest slikken. De woningbouw verdreef hem met zijn vee en hij besloot
verder te gaan als garagehouder.
IN MEMORIAM PIETER BREEDIJK
Op donderdag 25 september jl. is Pieter Breedijk ons op 85-jarige leeftijd
ontvallen. De complicaties van een acute operatie kon hij niet meer te boven komen. Zijn heengaan betekent niet alleen een groot verlies voor hen die hem dierbaar waren, ook in onze vereniging laat hij een lege plaats achter. Na zijn arbeidzame leven werd hij geheel in beslag genomen door historisch onderzoek. 'Het verleden' was zijn grote hobby.
Wie met regelmaat bij hem over de vloer kwam kende de stapels stukken m.b.t. de genealogie van de familie die zijn bureau leken te overwoekeren en waaruit hij bijna alles letterlijk wist te citeren. Een groot deel was op professionele wijze door zijn dochter Marjolein uitgewerkt en gereed
gemaakt voor publicatie onder een wat groter publiek. Daar is het echter niet meer van gekomen. Middagenlang kon hij vertellen over zijn voorgeslacht en met name over datgene wat hij nog wilde onderzoeken. Daaruit bleek hoe fanatiek hij nog altijd bezig was, dit ondanks de beperkingen waarmee hij de laatste tijd te maken had. 'Er is nog genoeg te doen', zo sprak hij steevast als de eindigheid van het leven ter sprake kwam.
Pieter Breedijk werd in 1949 min of meer bij toeval Capellenaar. Het besluit van zijn aanstaande zwager Gerrit Kortleve zijn moeder en twee ongehuwde zusjes op 'Veldzigt' te verlaten en te emigreren naar Canada bracht hem ertoe zijn baan als landbouwvoorlichter bij het Rijkslandbouwconsulentschap (rayon Rotterdam) op te zeggen. Na zijn huwelijk met Nelly Kortleve, zijn jeugdliefde, trok hij in op de hoeve van z’n schoonmoeder, die zij met haar inmiddels overleden man in 1933 pachtte van de familie Van Cappellen.
Het verscheiden van de laatst overgebleven verpachtster in 1952 maakte Pieter
Breedijk verder in dat jaar zelfs eigenaar van deze oude buitenplaats. Het voorhuis verkocht hij aan zijn zwager Pieter Cente Wouter Jongebreur. De boeren-
woning zou hij tot 1961 zelf bewonen. De bouw van de wijk Middelwatering dwong hem toen zijn melkveebedrijf te beëindigen. De kwalitatief hoogstaande veestapel werd evenals de overige inboedel tijdens een drukbezocht boelhuis verkocht. Op de plaats van de oude opstallen startte hij een garagebedrijf annex handelsonderneming. Achter 'Garage Breedijk' stichtte hij aan de Kanaalweg vervolgens manege ‘Schenkelshoef’.
Naast zijn dagelijks werk bekleedde Pieter Breedijk binnen de Capelse gemeen-
schap diverse maatschappelijke functies. Zo was hij onder andere lid en voorzit-
ter van het bestuur van de Coöperatieve Raiffeisenbank Capelle aan den IJssel
en voorzitter van een schoolbestuur, dat vijf scholen onder haar hoede had. Tevens was hij de laatste polderschout van de Gecombineerde Polders te Capelle aan den IJssel. Een functie die hij van 1968 tot aan het opheffen van de polders per 1 juli 1974 heeft bekleed. Met de hier opgedane kennis en die van de boerenstand besloot hij in 1997 tot het schrijven van het boek: ‘De polders van Capelle aan den IJssel (1773-1993) met facetten uit het dagelijks leven’.
Onder leiding van Ger Mulder deed hij in de daaropvolgende jaren samen met
enkele andere HVC-vrijwilligers uitgebreid archiefonderzoek voor het boek
'Verdwenen Scheepshellingen'.
Na de expositie ‘Boerenbouw’ kwam in de herfst van 2004 op zijn initiatief een
groepje geïnteresseerden in het Capelse boerenleven bijeen om de mogelijkhe-
den af te tasten dit in een boekwerk vast te leggen. Uiteindelijk is hieruit vorig najaar 'Het boerenerfgoed van Capelle aan den IJssel' voortgekomen. Een standaardwerk waaraan hij een drietal bijdragen heeft geleverd. Naast zijn leven op ‘Veldzigt’ beschreef hij in het kort de geschiedenis van de Rabobank met de nadruk op hoe deze zich in Capelle ontwikkelde, en het proces van het maken van kaas.
Toen de boeken half oktober 2008 kant en klaar uit Hongarije bij uitgever Arie
van Wijngaarden arriveerden nam hij met trots een exemplaar in ontvangst. Hij
was onder de indruk van het resultaat en zei uit te zien naar de officiële presentatie in het Scoutcentrum begin november. Helaas verhinderde zijn gezondheidssituatie hem daarbij aanwezig te zijn. Ook het onlangs door de uitgever genomen besluit een tweede oplage van dit boek te bestellen heeft hem niet meer mogen bereiken.
De grote belangstelling tijdens de condoleance op maandagavond 29 september
jl. en de rouw- en dankdienst de volgende morgen in de Schenkelkerk toonden
aan dat met het overlijden van Pieter Breedijk de Capelse gemeenschap een hoeksteen heeft verloren. Een markant persoon is zelf tot geschiedenis geworden. Na de kerkdienst is hij in familiekring begraven. Dat hij nu, naast zijn geliefde vrouw Nelly, moge rusten in vrede.
Van Frans van Es,
namens het team 'Boerenerfgoed'.
TERUG NAAR DE BRON!
Het is een vaak voorkomende menselijke eigenschap dat met het vorderen
der jaren de belangstelling voor de geschiedenis van de eigen familie toeneemt. Tegen het einde van het arbeidzame leven stellen velen zich de vraag: Wat is mijn afkomst? Het gevolg is dat vandaag de dag ‘grijze hoofden’ de streek- en gemeentearchieven overbevolken. Verenigingen als de Nederlandse Genealogische Vereniging en Ons Voorgeslacht floreren als nooit tevoren. In de weekeinden worden populaire internetsites als Genlias zo frequent bezocht dat deze overbelast geraken. Dit alles om de zoektocht naar de eigen bron zo ver als mogelijk voort te zetten. Zo is het ook de onlangs overleden Pieter Breedijk vergaan.
Hij is opgegroeid in Krimpen aan de Lek, verhuisde later met zijn ouders naar
Krimpen aan den IJssel, om in 1949 door zijn huwelijk met Nelly Kortleve Capellenaar te worden.
Zijn grootvader van moeders zijde was Pieter van der Linde, veehouder, jaren-
lang raadslid en wethouder in Krimpen aan den Lek. Als oudste kleinzoon werd
hij naar hem vernoemd en naar eigen zeggen als zodanig door hem verwend. Het
waren met name oude familieverhalen die door hem werden verteld waardoor Pieter Breedijk al op jonge leeftijd geïnteresseerd raakte in het verleden. Het deed hem besluiten op zoek te gaan naar zijn voorouders.
Was het vertrekpunt Krimpen aan de Lek, tot zijn niet geringe verbazing beland-
de hij na vijf generaties weer in Capelle aan den IJssel. Nog 3 generaties verder terug strandde hij op Dirk Pieterszoon van der Linde (geboren 1750). Deze bewoonde een boerderij te Kralingseveer en wel in het gedeelte van Capelle aan den IJssel dat sedert 1941 door Rotterdam werd geannexeerd.
Deze Dirk Pieterszoon was veehouder en daarnaast ambachtsbewaarder van het ambacht 'Capelle aan den IJssel en het Slot'. In de laatste hoedanigheid doet deze samen met Willem Lans Azn. op 26 oktober 1787 verslag van de inkomsten en uitgaven van het ambacht over het voorbije jaar. Het geeft inzicht hoe een deel van de lagere overheid in die tijd was ingericht. Zijn zoon Pieter van der Linde trouwt in 1793 met Anna Mijneveld, zijn buurmeisje, die tot dat moment woont op de boerderij met huisnummer 1, onderaan de stoep van de IJsselmondselaan die destijds mogelijk Jan Mijneveldkade heette. Na hun huwelijk betrekken zij het oude buiten 'Weltevreden' aan de 's-Gravenweg (waar zich nu het pand op huisno. 215 bevindt). In de loop der jaren verzamelde Pieter Breedijk tijdens het onderzoek voor het in 1997 verschenen boekje 'De polders van Capelle aan den IJssel met facetten uit het dagelijks leven 1773-1993' en voor 'De geschiedenis van Veldzigt', die vorig jaar is gepubliceerd in 'Het boerenerfgoed van Capelle aan den IJssel', vele interessante familiegebeurtenissen. De hierna te plaatsen bijdrage 'De Ambagtsreeken van Capelle op d’IJssel' hebben wij samen enkele maanden geleden voor publicatie gereed gemaakt en van commentaar voorzien.
Van Frans van Es
HVC Nieuwsbrief winter 2008 pagina 73.
Pieter married Neeltje Bastiaantje KORTLEVE "Nelly " [scrapbook]-4243, daughter of Teunis KORTLEVE-12173 and Adriana BOERS-31367, in 1949. Nelly was born on 18 Jan 1923 in Oud-Alblas. She died on 26 Jul 2003 in Capelle Aan Den IJssel.
De kaasmakerij door P. Breedijk
Van oudsher was het kaasmaken de taak van de boerin. De vrouw die deze bezigheid bij uitstek verstond, leverde een niet onbelangrijke bijdrage aan het gezinsinkomen.
De kaas kon op twee manieren worden bereid. Bij de eerste manier werd de melk eerst ontroomd. Na een dag werd deze magere melk verkaasd tot zogenaamde 40+ kaas. De bereidingswijze hiervan kwam de kwaliteit en de smakelijkheid niet ten goede. Om dat te ondervangen werden er veelal komijn of kruidnagels aan de kaas toegevoegd. Deze komijne- en nagelkaas werd voornamelijk geproduceerd in Delfland en in de omgeving van Leiden. Na voldoende rijping werd deze kaas door de boeren uit de wijde omgeving op de marktdag met paard en wagen aangevoerd naar de markt, meestal in Leiden, de belangrijkste marktplaats voor deze kaassoorten. Deze kaas werd dan ook aangeduid als Leidse kaas. Op de markt verdrongen de kaashandelaren elkaar rond de kaasbrikken. Ter vergroting van de herkenbaarheid voor hun potentiële afnemers hadden veel boeren de naam van hun hoeve of een korte spreuk of rijm op de achterzijde van hun wagen laten schilderen.
Hierover de volgende anekdote.
Boer Jan reed op een marktdag met paard en wagen met een partij kaas richting Leiden. Onderweg passeerde hij een plaatsgenoot die een lift vroeg. Geen probleem, maar voor wat hoort wat. Jan wist dat zijn passagier de dichtkunst eigen was en vroeg hem een korte spreuk of gedicht voor zijn wagen. Nu was van boer Jan bekend dat hij 's nachts zijn vee wel eens in buurmans weide het grazen, en zo kreeg hij bij aankomst in Leiden het volgende gedicht overhandigd.
Ik zal mij op deez' wagen wagen.
Die zal mij naar Leiden leiden.
Maar God zal hem met plagen plagen
die vee in anders weide weidde
Tot zover de Leidse kaas.
De tweede manier van kaasbereiden vond voornamelijk plaats rond Gouda, in de Krimpenerwaard en in de Alblasserwaard. Deze productiewijze, waarvoor verse, koewarme melk werd gebruikt, waaraan niets was onttrokken noch toegevoegd, leverde volvette of Goudse kaas op. Ook hier was de soort genoemd naar de belangrijkste marktplaats voor deze kaas. Behalve in Gouda werd deze kaassoort ook verhandeld in Bodegraven en Woerden en in Groot-Ammers, de kaasmarkt voor de Alblasserwaard.
De gang van zaken bij de tweede bereidingswijze was als volgt.
Als de boer met zijn personeel omstreeks zes uur in de morgen en aan het einde van de middag uit de wei kwam van het melken had de boerin het waterfornuis al brandend en het water heet. De melk die de boer meebracht, werd direct via een wattenfilter in een grote ronde tobbe gedaan. Deze wringtobbe, met een inhoud van 200 liter of meer, stond op een wringstoel en daardoor op werkhoogte. Eerst werd de melk op temperatuur gecontroleerd en zonodig op 28 °C gebracht door er kokend water aan toe te voegen. Vervolgens werd stremsel toegevoegd. Dit stremsel was bereid uit de lebmaag van pasgeboren kalveren. Het deed de eiwitten en de kaasstof van de melk stremmen, waardoor het vocht kon worden afgescheiden. Ditzelfde proces is ook waarneembaar bij zuigelingen als die wat van gedronken melk opbrengen.
Na een half uur was de melk gestremd. Men ging nu de massa voorzichtig snijden met een hekwerk, het roerhek, voorzien van 10 à 12 verticale messen. Na dit snijden, gedurende 10 à 15 minuten, werd de temperatuur met kokend water verhoogd tot 30 °C. Vervolgens werd de tobbe met een deksel afgedekt om warmteverlies tegen te gaan, waarna men de massa een kwartier lang liet bezinken. Daarna werd de massa gedurende 10 à 15 minuten geroerd met een roerhek met bolle spijlen (soms was dit hetzelfde roerhek als voor het snijden; in dat geval ging het om een roerhek met spijlen die aan de ene zijde scherp waren en aan de andere kant bol). De kaasstof trok zich daardoor samen tot een kruimelige substantie, de wrongel. De temperatuur werd nu opnieuw verhoogd, dit keer tot 32 °C en de tobbe weer afgedekt. Zo liet men de wrongel minstens 15 minuten bezinken.
Deze tijd van ruim een kwartier werd 's morgens door de meeste boerengezinnen gebruikt om te ontbijten en de kinderen naar school te helpen. 's Avonds bood het halve uur van het stremmen van de melk de gelegenheid de avondboterham te nuttigen (de warme maaltijd werd tussen de middag gebruikt). Na dit kwartier werd het vocht, de wei, afgeschept en in weikuipen gedaan, waarin het twee à drie dagen bleef staan. Gedurende die dagen werd de opkomende room er twee keer per dag afgeschept. Deze room werd verkocht als goornat, waarvan met rijst een geliefde pap werd bereid. De room die niet als goornat de deur uitging werd gekarnd tot weiboter. Het resterende vocht diende als veevoer voor kalveren en varkens.
De wrongel werd in een kaasdoek in kaasvaten gedaan. Deze kaasvaten waren teakhouten kuipjes met gaatjes in de zijkant om het nog overgebleven vocht af te laten vloeien. Daarna belandden de kuipjes voor een uur of acht op de kaaspers om het laatste vocht kwijt te raken. Daarvoor was het nodig de kaas met de kaasdoek regelmatig in de kaasvaten te keren. Tenslotte verdwenen de kazen naar de kaaskelder in een pekelbad.
Afhankelijk van de grootte van de kazen duurde dit pekelen twee tot vier dagen. Ook in deze periode moesten de kazen regelmatig worden gekeerd. Het pekelen was noodzakelijk voor de smakelijkheid van de kaas en voor de stevigheid van de korst.
De kaasbereiding luisterde zeer nauw en vroeg veel inzet van de boerin. Orde, zindelijkheid en stiptheid waren een eerste vereiste. Dit verkleinde de kans dat tijdens het rijpingsproces de boterzuurbacterie zich zou kunnen ontwikkelen. De boterzuurbacterie – zo genoemd naar de scherpe lucht van ranzige boter – was overal op de boerderij aanwezig. Deze bacterie ontwikkelde in de kaas een gas, het boterzuurgas, waardoor er grote luchtholten in de kaas ontstonden. Men sprak dan van 'bolle kazen'. Deze kazen waren door de schetpe onaangename lucht moeilijk verkoopbaar en dus weinig waard. De schrik van iedere producent. De melkzuurbacterie daarentegen gaf aan de kaas een aromatische, milde, zachtere smaak.
Belangrijk was dus ervoor te zorgen dat tijdens het rijpingsproces de juiste bacterie in de kaas aanwezig was. Kwamen beide bacteriesoorten erin voor, dan veroorzaakte dit in de kaas kleine luchtkamerljes met boterzuurgas. Men duidde dit aan met 'tik in de kaas'. De kaaskopers stelden dit vakkundig vast door de kazen te bekloppen. Deze kazen hielden het risico in dat ze alsnog bol zouden kunnen worden.
Na de Eerste Wereldoorlog stimuleerde de regering de landbouw door het landbouwonderwijs te verbeteren en in elke provincie een rijkslandbouwconsulentschap te vestigen. Onder leiding van een landbouwkundig ingenieur gaven deskundigen daar adviezen bij landbouwkundige problemen. Daarnaast kreeg Zuid-Holland ook nog een zuivelconsulentschap, dat werd gevestigd in Gouda, dus in het hart van de streek waar de volvette kaas werd geproduceerd. Het gelukte de wetenschap in de jaren dertig van de vorige eeuw een virulente melkzuurbacterie te ontwikkelen. Hiermee werd op de boerderij zuursel gemaakt door deze bacterie over te enten in volle melk. Na twee dagen was dit zuursel identiek aan het uitgangsmateriaal, hetgeen herkenbaar was aan de stroperigheid die de melk had gekregen. Men zei dan ‘het lang zit erin'. Door bij elke kaasbereiding, melkmaal, de bacterie over te enten – één eetlepel op één liter koewarme melk – was er na twee dagen steeds een nieuwe cultuur beschikbaar. Voor elke 100 liter te verkazen melk was één liter van dit zuursel nodig. Voor de kweek dienden meestal weckglazen als kweekplaats. Zij stonden op een rijtje bovenop de kaaspers en schoven ieder melkmaal een plaats op. Door direct bij het begin van de kaasbereiding een grote dosis melkzuurbacteriën in te brengen en daarna stipt de melk op de voor deze bacterie juiste temperatuur te brengen, was het risico van bolle kazen praktisch nihil. Wel moest men er op letten dat het zogenaamde lang in de cultuur aanwezig was, als waarborg dat zij goed was. Was dat niet het geval, geen nood, het zuivelconsulentschap in Gouda had in zijn laboratorium altijd voorraad van het entmateriaal en stelde daaruit gratis ter beschikking.
De op de juiste wijze bereide boerenkaas was gerechtigd het stempel 'volvet' te dragen, hetgeen in binnen- en buitenland als een kwaliteitsmerk gold. Deze stempels werden beheerd door het kaascontrolestation in Den Haag, een semi-overheidsinstelling met als taak de kwaliteit van de kaas te bewaken. Dit gaf handel en export de garantie dat de kaas was bereid uit volle melk waaraan niets was onttrokken of toegevoegd. De stempels waren voorzien van cijfers en letters waarmee altijd was na te gaan door wie en op welke dag de kaas was geproduceerd. Controleurs van het kaascontrolestation kwamen regelmatig de kaasboeken controleren en namen monsters van de kaas. Als de droge stof van de kaas dan geen 48% vet bevatte werden de stempels ingenomen. Zo misten die kazen het predikaat volvet, wat de verkoopbaarheid en de prijs duidelijk beïnvloedde.
Dit artikel is reeds eerder verschenen in verenigingsblad ‘De Binnenwaard’ maart 2007.3369 M iii
Nicolaas BREEDIJK [scrapbook]-4239 was born on 20 Feb 1927 in Krimpen Aan De Lek. He died on 14 Aug 2016 in Spijk. He was buried on 19 Aug 2016 in Bijzondere begraafplaats In Spijk.
Voornaam : Nicolaas
Achternaam : BREEDIJK
Volledige naam : Nicolaas Breedijk
Datum overlijden : 2016-08-14
Plaats overlijden : Spijk (Gn)
Leeftijd overlijden : 89
Geboortedatum : 1927-02-20
Nicolaas married Dirkje BOS [scrapbook]-4244, daughter of Gerardus BOS-13953 and Dingena Klazina OS, VAN-13954, on 2 Dec 1953. Dirkje was born on 15 Jan 1931 in Lekkerkerk. She died on 16 Aug 2010 in Spijk. She was buried on 20 Aug 2010 in Bijzondere begraafplaats In Spijk. 3370 M iv
Jan Johannes BREEDIJK [scrapbook]-4240 was born in Jan 1935 in Krimpen Aan De Lek. He died on 3 Feb 2020.
Jan married Living-4245 in Aug 1962. 3371 F v
Living-4241
Living married Living [scrapbook]-4246 in 23 Mei 1962.
2434. Adrianus BREEDIJK [scrapbook]-4213 (Nicolaas BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 4 Jan 1897 in Waddinxveen. He died on 25 Jun 1968 in Waddinxveen. |
Adrianus married Teuntje RUITER, DE [scrapbook]-4214, daughter of Gijsbert RUITER, DE-4931 and Dirkje Adriana RIJNEVELD-4932, in 21 Mei 1924 in Waddinxveen. Teuntje was born in 1897 in Waddinxveen. She died in 25 Mei 1990 in Waddinxveen. She was buried in 29 Mei 1990 in Waddinxveen.
|
Adrianus and Teuntje had the following children.
3372 F i
Margje BREEDIJK [scrapbook]-4232 was born in 06 Mrt 1925 in Waddinxveen. She died on 10 Apr 2008 in Stolwijk. She was buried on 16 Apr 2008 in Stolwijk.
Margje married Jan Willem TUKKER [scrapbook]-4234. Jan was born on 3 Nov 1919. He died on 29 Sep 2004. He was buried in 4 Okt 2004 in Stolwijk. 3373 M ii
Nicolaas "Niek" BREEDIJK [scrapbook]-4233 was born on 23 Jun 1929 in Waddinxveen. He died in 26 Mrt 2001 in Waddinxveen. He was buried in Waddinxveen, Alg Begraafplaats.
Niek married Cornelia Hendrika DOOL, VAN DEN "Corrie" [scrapbook]-4235 on 4 Apr 1956 in Waddinxveen. Corrie was born on 4 Apr 1933 in Rotterdam. She died on 15 Jan 2021 in Waddinxveen. She was buried on 22 Jan 2021 in Waddinxveen.
Voornaam : Cornelia Hendrika (Corrie)
Achternaam : BREEDIJK-van den DOOL
Volledige naam : Cornelia Hendrika (Corrie) Breedijk-van den Dool
Datum overlijden : 2021-01-15
Plaats overlijden : Waddinxveen
Leeftijd overlijden : 88
Geboortedatum : 1933-04-04
2435. Klaas Bertus BREEDIJK [scrapbook]-5171 (Catharinus BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born in 10 Mrt 1925 in Haastrecht. He died on 16 Feb 2022 in Montfoort. He was buried in Montfoort, RK.
|
Klaas married Gerarda Jacoba LUNENBURG "Grad" [scrapbook]-5174, daughter of Jacobus Gijsbertus LUNENBURG-6423 and Wilhelmina Gezina BERG-6424, on 29 Jan 1948 in Woerden. Grad was born on 29 Jun 1926 in Woerden. She died in 1 Mrt 2012 in Nieuwegein. She was buried in 8 Mrt 2012 in Nieuwegein, Crematorium Noorderveld.
|
2436. Dirk Catharinus "Dick" BREEDIJK [scrapbook]-5172 (Catharinus BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 15 Aug 1926 in Haastrecht. He died in 22 Mei 2001 in Maarssen.
|
Dick married Teuntje Jacoba SLOOF "Teuna" [scrapbook]-6422 in Jun 1951 in Kamerik. Teuna was born in 1928.
|
2437. Bertus Adrianus BREEDIJK [scrapbook]-6405 (Catharinus BREEDIJK , Nicolaas BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 29 Jun 1929 in Snelrewaard. He died in 6 Mrt 2014 in Kamerik. He was buried in 11 Mrt 2014 in Kamerik.
|
Bertus married Gerdina Nicolina Gerritje VROEGE "Dina"-7123, daughter of Cornelis VROEGE-11879 and Janna Adriana BEUSEKOM, VAN-11880. Dina was born on 16 Sep 1929.
|
2438. Leentje BREEDIJK [scrapbook]-4128 (Adrianus BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born in 30 Okt 1894 in Waddinxveen. She died on 5 Apr 1956 in Zeist. She was buried in Driebergen, Alg. Nieuw.
|
Leentje married Antonie Adrianus PIETERMAN [scrapbook] 1-4129, son of Antoine PIETERMAN-4130 and Johanna Adriana GIESSEN, VAN DER-4131, on 17 Jul 1919 in Rotterdam. Antonie was born on 17 Jun 1894 in Charlois Rotterdam (ZH). He died after 1956.
|
Leentje and Antonie had the following children.
2439. Cornelia BREEDIJK [scrapbook]-4023 (Adrianus BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 25 Apr 1896 in Oudshoorn.
|
Cornelia married Herman WIJNTJES [scrapbook]-4132, son of Jakob Pieters WIJNTJES-4511 and Hermina KAPPERS-4512, on 19 Jun 1919 in Rotterdam. Herman was born on 7 Jun 1888 in Winterswijk (Gld). He died in 6 Mei 1964 in Rotterdam.
|
Cornelia and Herman had the following children.
3383 M i
Jacob Pieters WIJNTJES [scrapbook]-6180 was born on 23 Feb 1922 in Rotterdam.
Jacob married J.H. VALK, VAN DER-14695. 3384 F ii
Sophia Maria WIJNTJES [scrapbook]-6181 was born on 17 Nov 1923 in Rotterdam.
Sophia married J. BALEN-14696.
2440. Cornelis "Kees" BREEDIJK [scrapbook]-4024 (Adrianus BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Adrianus BREEDIJK , Klaas Gijsbertz BREEDIJK , Gijsbert Claasz. BREEDIJK , Claas Cornelisz. BREEDIJCK , Cornelis Gerritsz. BREEDIJCK , Gerrit Cornelisse BREEDIJK , Cornelis Gerrits , Gerrit ) was born on 9 Dec 1897 in Oudshoorn. He died in 4 Mrt 1969 in Rotterdam.
|
Kees married Alida WERNER [scrapbook]-4133, daughter of Thomas Herman WERNER-4513 and Cornelia KREFT-4514, on 8 Jul 1920 in Rotterdam. Alida was born on 10 Jun 1900 in Rotterdam. She died on 28 Dec 1972 in Rotterdam.
|
Kees and Alida had the following children.
3385 M i
Thomas Herman "Tom" BREEDIJK [scrapbook]-4226 was born in 16 Mei 1922 in Rotterdam. He died on 11 Dec 1966 in Rotterdam. He was buried on 15 Dec 1966 in Rotterdam.
Thomas H Breedijk
New York, New York Passenger and Crew Lists, 1909
Name Thomas H Breedijk
Event Type Immigration
Event Date 1948
Event Place New York, New York, United States
Gender Male
Age 25
Birth Year (Estimated) 1923
Birthplace Holland
Ship Name Marine Tiger
Hoofdpersoon Tom Breedijk
Gebeurtenis Overlijden
Datum 11-12-1966
Gebeurtenisplaats Haarlem
Documenttype Familieadvertenties
Erfgoedinstelling
CBG-entrum voor familiegeschiedenis
Plaats instelling Den Haag
Collectiegebied Nederland
Registratienummer VFADNL014025-12
Registratiedatum 11-12-1966
Opmerking Overlijdensadvertentie
Overledene Thomas Herman Breedijk
Geboorteplaats Rotterdam
Geslacht Man
Leeftijd 44 jaar
Woonplaats Rotterdam
Vader Cornelis Breedijk
Moeder Alida Werner
Partner Kaatje Punt
Gebeurtenis Overlijden
Datum 11-12-1966
Gebeurtenisplaats Rotterdam
Documenttype BS Overlijden
Erfgoedinstelling Stadsarchief Rotterdam
Plaats instelling Rotterdam
Collectiegebied Zuid-Holland
Archief 999-09
Registratienummer 1966A4
Aktenummer 3232
Pagina A4-208v
Registratiedatum 1966
Akteplaats Rotterdam
Collectie Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten
Boek Nadere toegangen op het overlijdensregister van de Gemeente Rotterdam
Tom married Kitty PUNT "Kaatje" [scrapbook]-4227 on 15 Aug 1943 in Rotterdam. Kaatje died on 23 Jan 1981 in Capelle Aan Den IJssel. She was buried on 26 Jan 1981 in Rotterdam.